fattoria san lorenzo
San Lorenzo
Als wijnimporteur zoek je naar je eigen stijl. Maar wat is dat dan? Moeilijk te duiden. De wijnen van San Lorenzo vond ik lang niet de stijl van Vleck. Hoe dan? Moeilijk te duiden. Een superaardige man, met een knetterende lach, als een onvervalste dramatische tenor. Etiketten die of heel erg traditioneel of heel erg lelijk waren (en dan weer zo lelijk dat het weer mooi wordt). En de wijn? Ook nogal nettjes. Te netjes? Lang getwijfeld. Veel van Vleck’s Italiaanse vrienden waren groot fan. Op een goede dag toch maar eens een keer een klein batchje gekocht. En wat bleek? Favoriet vanaf dag nummer één, zowel bij Vleck thuis, bij Vleck’s winkelend publiek en bij de restaurants. Want wijn proeven op een beurs of zelfs bij Natalino thuis (dat doe je natuurlijk voordat je met iemand begint) blijkt dan toch iets totaal anders te zijn dan wijn drinken: thuis, in de winkel, in Sous, de proefkelder van Vleck, of bij een bevriend restaurant. De vraag is dan nog steeds: past het wel in de ‘stijl van Vleck’. En het antwoord moet dan zijn: ja. En waarom? Omdat de stijl van Vleck kennelijk is: goed wijn maken. Gewoon retegoed wijn maken. En dat kan ook door die gekke Natalino met die onbedaarlijke lach en die tuttige of lelijke etiketen. Verdicchio’s om door en ringetje te halen. Terroir met zeer veel kalk, uniek in de streek, die de wijnen z’n spanning meegeven. Niets met houtopvoeding maar zo vol dat je zou denken dat er op vaten wordt gerijpt. Rood zo soepel en sappig dat je soms de stroefheid van Italië vergeet. Groots wijn maken. Natuurlijk hoort dat bij Vleck. En knetterend lachen, dat doen we trouwens ook vaak, dus dat treft.